Kraamverlof

Als de echtgenote of partner van een werknemer bevalt, heeft hij recht op kraamverlof.

De werkgever kan het kraamverlof niet weigeren en moet gedurende minimaal twee dagen het loon doorbetalen.

Ingang kraamverlof

Kraamverlof is geregeld in de Wet arbeid en zorg en is in feite een aanvulling op het calamiteitenverlof. De werknemer heeft recht op kort verlof om bij de bevalling aanwezig te zijn en aangifte te doen bij de Burgerlijke Stand. Het recht op kraamverlof geldt pas vanaf de dag na de bevalling, om precies te zijn vanaf het moment dat het kind feitelijk op hetzelfde adres woont als de moeder. Het verlof moet binnen vier weken na de bevalling worden opgenomen.

Van calamiteiten- naar kraamverlof

Een werknemer krijgt op zijn werk te horen dat zijn partner gaat bevallen. Hij spoedt zich huiswaarts om bij de bevalling te kunnen zijn. Zijn werkgever is verplicht hiervoor in het kader van calamiteitenverlof vrij te geven en het loon door te betalen. In verband met een stuitligging vindt de bevalling uiteindelijk in het ziekenhuis plaats, maar moeder en kind kunnen de volgende dag al naar huis. De werknemer neemt aanvullend twee dagen kraamverlof op om bij moeder en kind te kunnen zijn en aangifte te doen. Ook hiervoor moet zijn werkgever hem vrij geven en tijdens het verlof het loon doorbetalen. In totaal heeft de werknemer drie dagen betaald verlof.

 

 

 

 

 

 Wie heeft er recht op?

De werknemer hoeft niet getrouwd te zijn om aanspraak te maken op kraamverlof. Het recht op kraamverlof geldt wanneer de echtgenote of geregistreerde partner bevalt, maar ook als de werknemer ongehuwd met de moeder samenwoont of als hij het kind als het zijne erkent.

Loondoorbetaling

De werkgever is verplicht om tijdens het kraamverlof het loon door te betalen. De kosten moet de werkgever voor eigen rekening nemen. De werkgever mag het verlof niet inhouden op de vakantiedagen van de werknemer.

In de cao of in een regeling met de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging kunnen andere afspraken staan ten aanzien van het loon en de vakantiedagen. Er mogen alleen afspraken worden gemaakt over de extra vakantiedagen. De werknemer heeft altijd recht op het wettelijke minimum aantal vakantiedagen.

Ongeclausuleerd recht

Het recht op kraamverlof is een ongeclausuleerd recht. Dit betekent dat de werknemer hiervoor geen toestemming nodig heeft van de werkgever. De overheid vindt de geboorte van een kind voor een werknemer zo essentieel, dat er geen belemmering mag bestaan bij het opnemen van verlof. Wel zal de werknemer tijdig de werkgever moeten inlichten dat hij van plan is kraamverlof op te nemen, zodat hiermee rekening kan worden gehouden. De P&O’er kan er ook voor zorgen dat dit onderwerp wordt aangesneden zodra bekend is dat de partner van de werknemer zwanger is.